OVER JAN KLEINBUSSINK
Jan Kleinbussink, emeritus cantor-organist van de Grote of Lebuinuskerk te Deventer, studeerde orgel, piano, klavecimbel, muziektheorie en koor- en orkestdirectie. In 1976 behaalde hij de ‘Prix d‘excellence’ cum laude voor orgel, met onderscheiding voor solospel en improvisatie. Daarna vervolgde hij zijn orgelstudie in Wenen bij Prof. Anton Heiller en studeerde hij klavecimbel bij Ton Koopman en Tini Mathot te Amsterdam. Ook deze studie werd met het einddiploma conservatorium voor solospel en basso continuo afgerond. Een leven lang volgde hij een specialisatie op het gebied van de muziektheorie en uitvoeringspraktijk van de renaissance- en barokmuziek.
Jan Kleinbussink werkte vanaf de oprichting als continuo-speler op orgel en klavecimbel bij het vermaarde Amsterdam Baroque Orchestra en Choir onder leiding van Ton Koopman. Als zodanig was hij intensief betrokken bij de realisering van het prestigieuze CD-project met de baanbrekende opname van alle Bach Cantates. Hij werkte daarnaast als hoofd Afdelingen Oude Muziek en Orgel en Kerkmuziek aan het Koninklijk Conservatorium te Den Haag, gevolgd door hoofd masterstudies en ‘artistic research’. Hij verzorgde concerten en masterclasses in Europa, Japan en Amerika en is aan de Academie der Kunsten/Universiteit Leiden verbonden voor het begeleiden van promovendi in het DocARTES-traject (doctoraal promotie in de Kunsten). Daarnaast zet hij zijn werkzaamheden voort als musicus -organist, -klavecinist, in lezingen en colleges en als dirigent/ensembleleider Oude Muziekproducties.