Traumlicht door Koor Sonoor.
Regionaal mannenkoor blaast klein ensemblewerk nieuw leven in onder leiding van Klaas Stok en Jurriaan Poesse.
Initiatiefnemer van “Koor Sonoor” is Egbert van Hattem uit Zutphen die in veel ensembles in de regio actief is als zanger. Zijn inspiratie stamt vanuit de coronatijd, toen alle zangactiviteiten werden afgelast. Hij luisterde veel naar mannenkoormuziek. Vooral het Finse koor Ylioppilaskunnan Laulajat (kortweg: YL Male Voice Choir) sprak hem aan. Naast hun samenklank en het repertoire, ontdekte hij ook dat hij veel muziek van mannen-ensembles helemaal nog niet kende, en benaderde hij dirigent Klaas Stok. Die was meteen enthousiast. ‘In mijn omgeving zijn vooral grote mannenkoren maar geen kleine ensembles, waar ik eigenlijk naar zocht,’ vertelt hij. ‘Daarom doe ik graag mee aan dit initiatief, vooral ook omdat we een mooie groep bij elkaar hebben weten te krijgen waarvan ik er veel al goed ken.’
Dirigenten
Klaas Stok heeft zijn sporen verdiend in Nederland, als oud-koorleider van onder andere het Groot Omroepkoor en het Nederlands Kamerkoor. Daarnaast is hij stadsorganist van Zutphen, waar hij het beroemde Baderorgel bespeelt. Als vaste baan is hij chef-dirigent van het NDR Vokalensemble in Hamburg, en is hij regelmatig gastdirigent bij andere professionele koren in verschillende landen.
De eerste repetities worden geleid door Jurriaan Poesse uit Warnsveld, als koordirigent afgestudeerd bij Klaas Stok. Hij dirigeert diverse regionale koren waaronder Vocaal Ensemble Cordier, dat hedendaagse muziek uitvoert, en mannenkoor De.Fundo. ‘Klaas Stok en ik hebben samen het repertoire uitgekozen,’ vertelt hij. ‘Mijn ervaring met deze koorwerken komt nu goed van pas. Ik kijk ernaar uit om de repetities te leiden met dit nieuwe gezelschap en in samenwerking met Klaas naar de uitvoeringen toe te werken.’
Repertoire
Een belangrijke plek in het programma is weggelegd voor de Six Partsongs van Sibelius. Deze zes acapella-liederen heeft Sibelius rond de eeuwwisseling (+/- 1900) geschreven, juist in opdracht van hetzelfde Finse YL Male Voice Choir waar Egbert van Hattem door geïnspireerd was. ‘Het koor kent een rijke traditie in Finland,’ vertelt hij. ‘De composities van Sibelius waren een groot succes. De eerste delen werden in 1893 uitgevoerd toen het Finse universiteitskoor YP Male Choir uit Helsinki haar 10-jarige jubileum vierde.’
Tekst en muziek van de liederen zijn sterk gesitueerd in het Finse landschap, en hebben een grote betekenis voor Sibelius gehad. Het lied Sydämeni Laulu noemde hij ‘een lied van mijn hart’. Het is een wiegenlied voor zijn overleden derde kind, Kirsti, waarin de dichter beschrijft dat een kind ‘gewiegd’ wordt in de schoot van de Tuonela, het denkbeeldige troostende hiernamaals in het Finse landschap.
Ook in de liederen van Hugo Alfvén, één van Zwedens grootste componisten, staat het landschap centraal. Uti var Hage bezingt de blauwe bessen, lelies, rozen en salie. En in Stämning trekken zwevende schaduwen over de weide en straalt een eenzame ster. In Aftonen is de hemel helder, het bos stil en klinkt een hoorn toverachtig over het bergmeer. In Limu Limu Lima schijnt de zon over de blauwe bergen. In Kung Liljekonvalje van David Wikander treurt de koning van de lelies zwaar over de dood van een prinses, en ruikt het bos naar wierook.
Titelstuk is Traumlicht van Richard Strauss, waarbij een licht in de nacht de dromer bezoekt en maar mondjesmaat naderbij komt. Toch is zijn/haar verlangen telkens groot het licht weer te ontmoeten. Een vergelijkbaar verlangen is voelbaar in de Quatre petites prières de Saint Francois d’Assise. In een golf van inspiratie schreef Francis Poulenc de gebeden in 1948. Hij schreef ze voor zijn achterneef Jérôme die Franciscaner monnik was, en ze werden uitgevoerd in de liturgie van het klooster van Champleury. Sindsdien behoort het tot het toonaangevende repertoire van veel mannen-ensembles. Progressieve harmonieën worden gecombineerd met oeroude compositieprincipes van het orgelpunt en Gregoriaanse melodieën. Een duidelijke link bestaat er daarom met het laatste werk van het programma: Sederunt van Perotin, stammend uit het laatste deel van de 12e eeuw. Hier werd voor het eerst geëxperimenteerd met harmonie en contrapunt. De tenoren hielden een hele lange toon/lettergreep aan. Daarmee had hun stemgroep voor het eerst een naam: tenor betekent “vasthouden”.
Inspiratie
Stok is blij met het gekozen repertoire, vertelt hij. ‘Dit is repertoire dat niet heel veel gezongen wordt, omdat het voor relatief kleine mannenensembles is geschreven. Ik kijk ernaar uit om met deze groep aan de slag te gaan. Dit zijn allemaal goede, ervaren amateurzangers tot semi-professionals en dat is fijn om mee te werken. Het is ook leuk om voor een groep te staan die zich nog moet vormen. Het mooiste van een nieuwe groep is het opbouwen van een gezamenlijke klank.’
Afwisseling met gedichtenBehalve muziek zijn er ook gedichten te horen. Van Hattem: ‘We wilden graag afwisseling brengen tussen de verschillende muziekstukken. Het vraagt soms veel om een concert lang in de luisterstand te staan, dat heb ik zelf ook al als geoefende luisteraar. Daarom besloten we om de muziek af te wisselen met gedichten van Hedwig Selles, die in 2022 overleed. Zij was schrijfster en dichter in Zwolle, en schreef veel voor openbare gelegenheden en plekken. We kiezen gedichten uit haar oeuvre die een brug tussen de verschillende werken vormen. Ik denk dat dit een heel mooi programma wordt, met uitdagende mannenkoormuziek die je niet vaak hoort. Als dit een succes wordt, wil ik graag een vast koor oprichten.’
Programma
- Traumlicht, Richard Strauss (1935), tekst Friedrich Rückert?(Tevens 'titel' van ons concert)??
- Stämning, Hugo Alfvén, tekst I.P. Jacobsen??
- Uti var hage, Folkvisa fran Gotland, arr. Hugo Alfvén??
- Aftonen, Hugo Alfvén, tekst Herman Sätherberg??
- Limu limu lima, Trad. Älvdalen, arr. Sofia Söderberg??
- Kung Liljekonvalje, David Wikander, tekst Gustaf Fröding??
- Perotin, Sederunt (12e eeuw)??
- Quatre petites Prières de saint Francois d'Assise, Francis Poulenc